CHRONOLOGIE DER NEDERLANDSE
SPEELKAARTENMAKERS, DRUKKERS EN UITGEVERS.

-INTRO-

Een ieder die ooit een kaartspel gemaakt heeft kan zich speelkaartenmaker noemen. Ook voor werknemers van de  bedrijven die zich met de productie van speelkaarten bezig hielden was deze betiteling van toepassing. Hoewel tot aan het begin van de 19e eeuw de meeste producenten zich Speelkaartenmaker blijven noemen, profileert een enkeling zich als "Fabri(c)(k)eur". Later voornamelijk als Fabrikant.
De "echte" fabrikant  in speelkaarten hield zich voornamelijk bezig met de fabricatie van standaard spellen, spellen die voor iedereen duidelijk herkenbaar waren om mee te spelen. Goedkope standaard kaarten waren gemakkelijk te produceren. Een houtblok met 4 boeren, vrouwen en heren en 40 sjablonen voor de overige kaarten van een spel van 52 kaarten en een blanco achterkant  was voldoende. De kwaliteit van het papier bepaalde de prijs. Toch waren het deze fabrikanten die de gang er in hielden, waardoor ook nu nog het kaartspel populair is. Aan speelkaarten met mooie plaatjes of met een boodschap, had de gewone man geen boodschap.  

In de 17e eeuw komen kaarten met afwijkende beelden op de Nederlandse markt. Verbeterde druktechnieken en welvaart openen een markt voor duurdere niet-standaard kaarten waar doorgaans weinig daadwerkelijk mee gekaart kon worden. De meeste speelkaart fabrikanten beperkten zich tot de productie van standaard speelkaarten en lieten de markt voor afwijkende kaarten aan  andere drukkers, graveurs of uitgevers.

In de 19e eeuw komen de meeste niet-standaard kaarten uit Duitsland en (ook al veel eerder) de standaard kaarten uit België. Vóór het midden van de 19e eeuw wordt ook de krant populair en betaalbaar. Adverteren blijkt voor zich speelkaartenfabrikant noemende ondernemingen het medium voor het aanbieden van eigen productie en het aanbieden van de beste Duitse, Belgische en andere buitenlandse kaarten.

Van de meesten in onze lijst opgenomen producenten zijn geen of nauwelijks speelkaarten bekend. Ook zal de lijst niet kompleet zijn. Hoewel van bepaalde fabrikanten soms meer bekend is, zijn de beschrijvingen kort gehouden, maar eventuele nuttige aanvullingen en verbeteringen zullen volgen. Hoewel er al stadskeuren uit 1395 bekend zijn, waarin het spelen met kaarten verboden of toegestaan werd, zijn er uit die tijd (nog) geen namen van Nederlandse makers, drukkers of uitgevers gevonden. De chronologische lijst begint derhalve in 1589 en eindigt in 1900.
Mocht U aanvullingen weten? Graag Uw medewerking.

LEX RIJNEN   
email: lrijnen@hetnet.nl
   


- CHRONOLOGIE -
-1-

(Door het aanklikken van de afgebeelde kaarten in deze lijst kunnen meerdere kaarten uit het spel bekeken worden)


    >INDEX

BARTHOLOMEUS JANSZ      TROEFSPELMAKER

ADRES: Amsterdam, hoek Koestraat aan de veste.

Periode: 1589, afkomstig uit Luik.


  >INDEX

HENDRIK WIELER         TROEFSPELMAKER

ADRES: Amsterdam

Periode: 1603, waarschijnlijk afkomstig  uit Keulen.

Zijn naam wordt in 1594 genoemd als bruidegom in zijn huwelijk op 26 november met Tanneke Gro(v)e. Of hij toen al als Troefspelmaker werkzaam was is tot dusver niet bekend. Nam in 1603 een jongen van 16 jaar aan om te komen werken in zijn kaartenmakerij. Hiertoe liet Wieler wederzijdse rechten en plichten vastleggen in een notarieel contract, zoals de duur van het contract (2 jaar), het loon en het in de kost nemen van de leerling speelkaartenmaker.


  >INDEX

JACOBUS/JACQUES VAN LEEST       SPEELKAARTENMAKER, PAPIERVERKOPER

ADRES: Amsterdam, Rozengracht, 1622; Op het water (nu Damrak), "in de blauwe croon", 1636.

Periode: 1612-1665.

De naam Van Leest komen we al eerder tegen. Een aantal Antwerpse familieleden, graveurs en speelkaartenmakers, kwam al eind 16e eeuw naar de Noordelijke Nederlanden, zoals Teune van Leest (Vader van Jacobus?), die in 1585 in Antwerpen beschuldigd werd van ketterij.  

Van Leest maakte de Rouense kaarten (kaartbeeld afkomstig uit het Franse Rouen) na, o.a. die van Robert Bonnieres. Ook gebruikte hij Franse merktekens, zoals “Het Zwaantje”, ”Schip”, “Timmerman” en ”Drie Hamers”. In 1636 verklaarde hij al meer dan 20 jaar de Franse merktekens te gebruiken. Lang voor dat Pieter Mefferdt ooit kaarten maakte. Pieter Mefferdt had de merktekens laten nasnijden. Mefferdt blijkt in 1654 financiële belangen te hebben in de zaak van Van Leest, evenals de weduwe Pleuntje Jans, die een contract aangaat voor de tijd van 6 jaar. Zij zal 5000 gulden inbrengen en een gedeelte van de kosten bijdragen. Zij zal delen in de winst of verlies.
De kaarten van Van Leest zullen voornamelijk het Rouens/Vlaamse beeld hebben gehad. Van Leest beëindigde zijn werkzaamheden niet geheel onbemiddeld. Hij bezat een aantal huizen en moet een goede relatie hebben gehad met de schilder Rembrandt van Rijn, die ca.1660 een huis van hem huurde. Ook plaatste Rembrandt zijn handtekening onder een akte van 1663, waarin de inboedel van Van Leest's overleden zoon werd beschreven.
In 1666 komt Jacob van Leest te overlijden. De erfgenamen verkopen verschillende soorten papier, speelkaarten, lakken, kaartenmakers gereedschap enz.
Uit de Inventares van de Nalatenschap , waarin opgenomen een "actie van huys ten laste van Rembrant van Rijn, die mede ter netto somme niet can werde uytgetrocken...". Rembrandt had kennelijk in 1666 een behoorlijke huurschuld.


  >INDEX

PIETER MEFFERDT       SPEELKAARTENMAKER, PAPIERKOPER

ADRES: Amsterdam, Reguliersbreestraat, "in 't Fortuin".

Periode: 1620-1663. Afkomstig uit Zoelen.


Pieter Mefferdt in een fragment uit een voorstudie voor een schutterstuk door Govert Flinck. (Stadsarchief A'dam )

Rond 1620 kwam Mefferdt naar Amsterdam. Drie jaar later had hij een bescheiden winkeltje, getaxeerd op 60 gulden. In deze periode moet hij in contact zijn gekomen met Jac. v. Leest, van wie hij later Franse merktekens en kaarten namaakte. Later zou hij een aantal kaartenmakers aanklagen voor het gebruik van dezelfde merktekens. Nog jaren na zijn dood (ca.1663) zetten de erven de strijd om de merktekens voort. Nu ook voor de merktekens, die Mefferdt later zou gebruiken, zoals “Meffert te paert”, ”een simpel paert”, ”Man met paert”, “paert met lange manen en staart”.

In de Amsterdamse Notariële archieven vinden we vele akten, die betrekking hebben op de merktekens, maar ook over overname van de speelkaartenmakerij, de papier in- en verkopen en vele andere financiële transacties.

Behalve de Vlaamse kaarten, maakte Mefferdt Spaanse kaarten voor de Portugese koopman Simoa Vas de Fontes. Er werd een contract afgesloten voor de levering van 32 dozijn per maand van januari 1627 tot en met december 1629. Hierna werd het contract weer voor 2 jaar verlengd. De Fontes zou 30 stuivers per dozijn betalen en Mefferdt mocht gedurende 2 jaar geen Spaanse kaarten maken of laten maken, anders dan bestemd voor De Fontes op boete van 100 gulden ten bate van ”De armen”.

De bekende houtsnijder Christoffel van Sichem graveerde voor Pieter Mefferdt speelkaarten. Wij vinden zijn monogram op een van diens spellen. De kaarten van Mefferdt waren van hoge kwaliteit. Veel van zijn kaarten moeten naar Duitsland zijn geëxporteerd, waar tot eind 19e eeuw zijn naam bekend was. Of alle kaarten afkomstig waren uit de werkplaats van Mefferdt valt te betwijfelen. Vele jaren zouden de speelkaartenmakers onder Mefferdt’s naam nog hun speelkaarten kunnen afzetten. Tot 1677 zouden zijn  kaarten door een zekere Van Hooghuijsen (op de Veluwe) zijn nagemaakt en verkocht.  

Pieter Mefferdt moet rond 1640 al een welvarend man zijn geweest en stond hoog op de sociale ladder. In 1643 koopt Mefferdt voor 6100 gulden "Hofstede de Paardenburg", thans een bekend restaurant. Op een prent van Piet Nolpe uit 1642 staat zijn naam vermeld als een van de vele ruiters die de Koningin van Engeland, Ierland en Frankrijk escorteerden bij haar bezoek aan Amsterdam. Op een schuttersstuk uit 1648 van de schilder Govert Flinck staat Pieter Mefferdt afgebeeld.
In 1673 krijgt de Deen Fridrich Jacobson het privilege Mefferdt's kaarten te maken, op voorwaarde dat de kaarten minstens net zo goed zouden zijn als de bekende Mefferdt kaarten. In 1674 heeft de Amsterdamse kaartenmaker Hendrik Sluijer waarschijnlijk de kaartenmakerij overgenomen. Het was het zelfde jaar waarin de weduwe Mefferdt overleed. Zij had na het overlijden van Pieter (ca 1663) de zaak voortgezet.


  >INDEX

JACOBUS VAN DER LINDEN         SPEELKAARTENMAKER, PAPIERKOPER

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat , "In de Gekroonde kaartspeelder".

periode: 1630-1687.

In 1655 kocht hij de helft van de kaartenmakerij, gereedschappen en een druk- en papierpers van Mathys Wynekes, met wie hij tot dan geassocieerd was. Samen met Pieter Mefferdt bracht hij kaarten op de markt waarop beide namen voorkomen. In 1667 werd hij door de Schout gedaagd "…. over de gevoegden tekens en mercken naar te maken", zoals gebruikt door Pieter Mefferdt. Van der Linden jr. zette na het overlijden van zijn vader in 1688 de zaak voort, of hij nog veel speelkaarten heeft gemaakt valt te betwijfelen. Papierhandel bleef de hoofdzaak. Toch werd zijn weduwe in 1704 nog als Speelkaartenmaker vermeld in het Register van de Goede Mannen.

N.B. In 1636 werd ,door de Staten van Holland en Westfriesland, een voorstel ingediend voor het innen van belasting op Papier en Speelkaarten. Voor Van der Linden en zijn tijdgenoten Speelkaartenmakers was dit reden om te protesteren. De voorwaarden waren dan ook moeilijk uitvoerbaar.  Op ingevoerde en in de Provincie gemaakte kaarten moesten per gros worden afgerekend. Op de bestaande voorraden bij de handelaren  en kaartenmakers zou 4 stuivers impost per spel moeten worden betaald. Verder moesten allerlei sluipwegen worden aangepakt om ontduiking van impost  te verhinderen.
In hun bezwaren wezen de Speelkaartenmakers op de in 1606 ingevoerde pacht (impost), die overigens na 6 maanden werd beëindigd. "want alsmen anno 1606 de pacht alhier invoerde, vertrocken eenighe persoonen, naer Utrecht, die haer konst aldaer brachten, ende hebben tot nu toe haer neeringhe aldaer aengehouden....... De Troefspelmaeckers sijn uyt andere landen hier ghelockt, omdat men dese commercie hier soo noodigh hadde".
Het voorstel van 1636 haalde het niet. Men concludeerde dat "De Pacht het landt niet profijtich kan sijn". O.a. "Om datter veele drukkeryen in Hollandt sullen moeten stille staen, haer buyten Hollandt begheven, en vele huysgesinnen met haer slepen".


  >INDEX

PIERRE ADENEL       SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Wolvenstraat (in 1642), Amsterdam

Periode: 1636-1642

In verband met een brandschade werd in 1636 een notariële akte opgesteld (notaris G. Outgers) waarin Adenel, op verzoek van Amsterdamse kooplieden, verklaarde dat hij hun 24 gros in Amsterdam gemaakte speelkaarten verkocht. Ze waren verpakt in Frans pakpapier op de naam van Robbert Bennier. Tijdgenoot Jaques van Leest gebruikte ook de naam van deze Rouense kaartenmaker. Adenel geboren in Rouen werd Poorter te Amsterdam in 1639.


  >INDEX

JEAN LE COUTURIER       MEESTER SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Rotterdam

Periode: 1641

Op 22 juli 1641 wordt bij de Rotterdamse notaris Bazius een in het Frans gestelde akte opgemaakt, waarin Couturier met Adam Guillio, Jongeman, overeenkomen dat Guillio voor 4 jaar bij Jean zal wonen om hem te dienen en het vak te leren. Ook over het loon wordt een afspraak gemaakt.
Zou Couturier familie kunnen zijn van de Amsterdamse kaartenmaker Reynier Coeterier (geb. Rotterdam 1637)?


  >INDEX

NICOLAAS SPIERING       SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam,  Bij de Anthoniuspoort

Periode: 1642.

In 1667 verklaarden drie gewezen werklui van Pieter Mefferdt, uit naam van diens weduwe, dat Spiering 25 jaar geleden Mefferdts kaarten namaakte en op de omslagen "Pieter Metsaert" of "Pieter met ’t paert" afdrukte. Spiering komt op 15 maart 1691 te overlijden.


 >INDEX

WYNANT VAN SONSBEE(C)K        SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Utrecht, In de Lijnmarkt, "in de Swarte Hen". Vanaf 1659.

Periode: 1645 tot 1700.

In de begin periode werkte hij in de zaak van zijn vader Jan Sonsbeeck, bekend als drukker en boekbinder. Pas in 1659 kocht hij het pand op de Lijnbaan. Wynant overleed in 1703. Zijn boedel werd onder zijn weduwe en zijn kinderen verdeeld. Het huis "daar 't Hennetje uythangdt" kwam in eigendom van zijn zoon Bonifacius. Wynants weduwe zal na 1703 de zaak nog enige jaren met haar zoon hebben voortgezet. 
Tot 1725 toen het pand aan de lijnbaan werd verhuurd aan de speelkaartenmaker Willem Wiggers, die in 1733 eigenaar werd van het huis " In de zwarte Hen ". Van hem zijn kaarten met het Rouens/Vlaamse enkelbeeld bekend.  

 

 

 

  >INDEX

MATTHYS WYNEKES       PAPIERKOPER, SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat; "daar De Hoop uithangt".

Periode: 1650-1710.   

In 1655 verkocht Wynekes voor 275 gulden  de helft van zijn kaartenmakerij aan Jacobus van der Linden. In 1667 was hij een van de speelkaartenmakers, die door de Erven Pieter Mefferdt werd aangeklaagd wegens het gebruik van Mefferdt’s merktekens.

Speelkaarten van Wynekes zijn niet bekend, wel zijn poëtische rijmelarij. Zo liet hij op de luifel van zijn huis de volgende tekst aanbrengen:
Hier maakt men kaarten om mee te spelen
Dog die geen gelt heeft moet het hierdoor niet stelen
't Is tot vermaak en tijdverdrijf
Zo speelt een man wel met zijn wijf.

De wikkels om zijn kaarten voorzag hij van een 16-regelig gedicht, waarvan de eerste vier luiden:
Hier hebt gy d'allerfijnste Kaart
Van Wynekes, alom vermaert.
Gebruikt z' alleenlyck tot vermaack,
So is het Spel geen quade saack

en de laatste vijf:
Maar waght het Kaartspels wisselval;
Mijd scherssen, toornen, kijven, slaan.
Valsch speels, vloecken, arrigwaen:
Speel maar om weynigh gelt en't quaet
Hiervoor gemelt gy light ontgaet.


  >INDEX

EDUART JANSS        CAERTENMAKER

ADRES: Utrecht

Periode: 1659.

In 1659 vroeg de Kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Utrecht zich af, hoe te handelen met een lidmaat, die zich bezighoudt met het maken speelkaarten. Janss werd verzocht het maken van speelkaarten op te geven. Hij verklaarde niet te weten hoe hij anders de kost voor vrouw en kinderen moest verdienen. Later verklaarde hij het maken van speelkaarten toch op te geven. Niet lang daarna bleek hij nog steeds kaarten te maken. De kerk dreigde hem het avondmaal te onthouden. Janss was een religieus man en gaf, min of meer, toe aan de wens van de kerkenraad.


  >INDEX

HARMEN DE MAYER     SPEELKAARTENMAKER, PLAATSNIJDER

ADRES: Amsterdam, op de Rozengracht, "daar de Mayer boven de deur staat".

Periode: 1660-1667.

In 1660 sloot De Mayer een contract af met de joodse koopman Isaak de Faro, die papier zou leveren voor het kleuren, pappen en lekken van een zeker soort Portugese kaarten. In 1665 volgde een nieuw contract. Nu liepen de leveringen niet even gemakkelijk. Getuigen verklaarden t.b.v. De Faro, dat zij herhaaldelijk bij De Mayer langs zijn geweest voor het afhalen van de kaarten, echter steeds zonder resultaat en tot schade van De Faro. De Mayer verdedigde zich met de bewering, dat het geleverde papier te slecht was. Uiteindelijk werd het contract in 1666 ontbonden. Harmen overleed in 1701.


  >INDEX

REYNIER COETERIER      SPEELKAARTENMAKER, PAPIERKOPER

ADRES: Amsterdam, bij de Regulierstoren "In de Vyffhuyzen" .

Periode: 1665-1697. Afkomstig uit Rotterdam.

In 1667 legden een aantal kaartenmakers een verklaring af uit naam van M. Wynekes , J. van der Linden en R. Couterier: een aantal merken op omslagen van speelkaarten zouden, met toevoeging van eigen naam, regelmatig door hen zijn gebruikt. Deze merken zouden de merktekens van Pieter Mefferdt zijn geweest, die nooit zou hebben verboden de merken af te drukken.


  >INDEX

REYNIER COETERIER JR      SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam, op het water bij de Papenbrug "In de Spiegel".

Periode: 1697-1734.  

In 1699 adverteerde hij in de Amsterdamsche Courant voor de verkoop van "Allerhande soorten van speelkaarten", te koop "In de Spiegel". Later werd er aan toegevoegd, dat hij "In het Fortuyn" woont, in het huis van Pieter Mefferdt in de Reguliersbreestraat.


  >INDEX

OTTO BARENTSZ SMIENT       BOEK- EN KRANTENDRUKKER

ADRES: Amsterdam, in de Reguliersbreestraat, "In de nieuwe druckery".

Periode: 1666-1667.

Smient was van 1634 tot 1689 werkzaam, voornamelijk als krantendrukker.
In 1667 werd ten gunste van de erfgenamen van Pieter Mefferdt verklaard, dat Smient, voor 24 stuivers het dozijn, kaarten verkocht die door hem waren gemaakt, maar op naam van Mefferdt waren uitgegeven.
In hetzelfde jaar stond zoon Joost op de schoutsrol, omdat hij, met twee anderen, speelkaarten van Jacob van der Linde had nagemaakt.

 

 


Detail titelpagina - Collectie Rijksmuseum.
Otto Barentsz Smient, zoon Joost en Hendrik Bary (Prentmaker).
Op achtergrond: Regulierstoren (nu Munttoren).


  >INDEX

GERARD VALCK      GRAVEUR, GLOBEMAKER, KUNST- EN KAARTVERKOPER  

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat op den dam, "In de Wakkeren Hond".

Periode: ca. 1670-1726.

Links in het midden hangt het uithangbord van "In de Wakkeren Hond". Het pand behoorde daarvoor aan de cartograaf Jodocus Hondius, een Latijnse schrijfwijze van Joost de Hondt. Hondius was ook bekend vanwege zijn globes, vandaar de hond die tegen een wereldbol staat.
Detail schilderij van Gerrit Berckheyde, 1693.

Bekend als uitgever, graveur van Heraldische kaarten, naar het "Jeu de Blason" van Claude Oronce Finé (Lyon 1658/59). Later ook door Pieter Mortier gemaakt. Valck was van 1672 tot 1675 werkzaam in Londen. Pas in 1687 kocht hij voor 10.000 gulden het huis en erf Kalverstraat op de Dam. In 1720 behartigde hij de zaken betreffende de nalatenschap van zijn collega Pieter Mortier. Zijn zwager Peter Schenck was zijn leerling en medewerker.
Na de dood van Gerard Valck in 1726 hebben de weduwe en haar zoon Leonard de zaak voortgezet. Het pand op de Dam werd voor 12.000 gulden verkocht. De weduwe Valck stierf in 1729.

 

 


  >INDEX

HENDRIK SLUYER       SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam, in de Reguliersbreestraat.

Periode: 1674-1679.

In 1674 werd belasting op papier ingevoerd. Iedereen die zich bezig hield met  de aankoop of bewerking van papier werd bezocht voor de vaststelling van de belasting. Bij Sluyer, "In het huys van Pieter Meffert", werd 301 riem papier aangetroffen. Rond deze datum zou hij waarschijnlijk de zaak van de weduwe Mefferdt  hebben overgenomen. In 1679 neemt hij Jan Cranewiel als leerling aan voor de tijd van 4 jaar. Hij zal o.a. "Zich volledig in dienst stellen van Sluyer……Op tijd komen, evenals Mefferdts andere knechten……"    


  >INDEX

ANTONI DE WINTER           SPEELKAARTENMAKER, PLAATSNIJDER, UITGEVER

ADRES: Amsterdam, Voorburgwal achter 't Begynhof.

Periode: ca. 1679-1700. 

De Winter geboren te Utrecht kwam ca.1679 naar Amsterdam. In 1698 ging hij met Carel de Wagenaar een overeenkomst aan, waarbij hij 8 grossen en enkele spellen zou leveren. Zij zouden deze spellen samen verhandelen. De Wagenaar leverde slechts 20 dozijn en enige spellen. Uit een notariële akte blijkt hierover onenigheid te zijn gerezen.

De Winter is bekend om zijn gravures en als kaartenmaker om zijn "Burlesque" kaarten. In opdracht van De Winter zou de schilder Philip Tideman ontwerpen voor dit spel hebben gemaakt:
"Zijnde gevergd om een spel kaarten in 52 beeldjes gezamenlijke gekken. Hebbe veel moeite gehad om gekke wijven uittevinden. ik hebbe boeren met slegte proportie en simpele beweging vertoond, darom ik dezelve ook niet, gelijk den eijgenaar steld, tot de aazen goed ende bequaam geoordeelt hebbe maar daartoe veel liever verkoozen gekken van een franje proportie en lustige beweginge."

Vooral de ontwerpen voor 2 azen komen schetsmatig overeen met het spel van De Winter, hoewel het spel op de lijst van "Onbekende makers 1675" een soortgelijke samenstelling heeft.


  >INDEX

JACOB GOLE      KUNSTVERKOPER, PLAATSNIJDER

ADRES: Amsterdam: Nieuwe Vijzelstraat , Leidsestraat, Keizersgracht bij de Runstraat .

Periode: 1681–1724.

Jacob Gole werd ca. 1660 geboren in Parijs. In 1681 kwam hij naar Amsterdam en werd als poorter ingeschreven met beroep plaatsnijder. In 1688 vroeg hij octrooi aan…. "Tegen het copieeren en nadrucken van syn printen voor 20 jaeren". Het werd hem verleend voor 15 jaar. Gole was vooral bekend om zijn vele portretprenten, speelkaarten waren bijzaak. Er zijn een vijftal spellen bekend, allen met afbeeldingen op alle 52 kaarten. Zijn kaarten werden in 1723 in Londen door Stationer Thomas Lenthall verkocht. 

Zijn spellen zijn doorgaans een vrolijk rommeltje van kluchtfiguren, straattypen en potsenmakers. Ook met koningen , koninginen en andere figuren wordt kwistig gestrooid. Het onsamenhangende maakt zijn spellen juist uniek. Van educatieve spellen is nauwelijks sprake. In de inboedel (1720) van de weduwe Pieter Mortier, worden 2 koperplaten en 654 onversneden kaartenbladen van Gole's Jeu de Boufon vermeld. Mortier zal dit spel hebben uitgegeven. Van de graveur/schilder Cornelis Dusart, 1660-1704) ontleende Gole een groot aantal van zijn Hollandse figuren.
Gole overleed in 1724.  Zijn schoonzoon Jacques Chicot, ook plaatsnijder, zette de zaken voort. Acht jaar na Gole's dood plaatst Chicot een advertentie in de Amsterdamsche Courant, waarin hij talloze prenten van wijlen zijn schoonvader te koop aanbiedt, als ook nog "Tienderley soorten speelkaerten zeer konstig gemaekt".


  >INDEX

PETER SCHENCK      GRAVEUR, CARTOGRAAF, UITGEVER

ADRES: Amsterdam, Kalverstraat, op de Beurssluis, na 1706 op de Vijgendam, "In Sansons Atlas".

Periode: 1684-1713.

Peter Schenck (Schenken) werd in 1660 te Eberfeld in Duitsland geboren. Hij leerde de graveerkunst te Amsterdam als leerling van Gerard Valck, met wiens dochter hij in 1687 trouwde. Hij zou zich later met hem associëren. Voor zijn zaken verbleef hij ook veel in Leipzig. 
Als speelkaartenmaker is hij bekend als maker van de uitgaven van "Das Festung Baues Spiel" en "Das Kriegs Spiel", dat veel overeenkomst vertoont met de Duitse uitgave van Johan Ulrich Stapf (Augsburg, ca. 1700).

Collega Pieter Mortier verzorgde de Franse uitgaven, ook naar het ontwerp van Gilles de la Bossière uit 1668.

Verder dan genoemde 2 spellen met Duitse tekst, is het waarschijnlijk nooit gekomen. Zoon Pieter (1693-1775) zou na de dood van zijn vader in 1713 de zaken in Duitsland behartigen; kleinzoon Petrus (geboren 1728) wordt in het Naamregister van Amsterdamsche winkeliers (1767) nog vermeld als "Kunstverkoper in de Kalverstraat ".
In de grote productie aan Landkaarten, prenten en boeken , spelen de speelkaarten slechts een uiterst bescheiden rol.


  >INDEX

PIERRE GUÉRIN       SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam.

Periode: 1685-1687.  

Pierre Guérin kwam als vluchteling uit Rouen naar Amsterdam. In een rapport van de Rouense handelskamer uit 1747 wordt melding gemaakt van een speelkaartenmaker Guérin, die ten tijde van de invoering van de belasting op speelkaarten naar Amsterdam zou zijn uitgeweken en aldaar begon met het maken van speelkaarten, die kwalitatief alle Europese kaarten overtroffen. In 1693 trouwde zijn dochter met speelkaartenmaker Jean Fouquet.


  >INDEX

JEAN( JONAS ) FOUQUET       BOEK-, PAPIER- EN SPEELKAARTENHANDEL EN DRUKKERIJ

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat bij de Heiligeweg, "In de Gekroonde Son".

Periode: 1686–1706.

Jean Fouquet geboren te Rouen, kwam in 1686 naar Amsterdam, alwaar hij als poorter werd ingeschreven, zonder het poortergeld te behoeven te betalen. Refugiés waren daarvan vrijgesteld. Hij trouwde Marie Guérin, dochter van speelkaartenmaker Pierre Guérin. Mogelijk zou hij de zaak van zijn schoonvader hebben overgenomen. Fouquet maakte o.a. kaarten met het Parijse beeld en het Vlaamse beeld en Spaanse kaarten welke ruim 100 jaar ongewijzigd in het assortiment werden opgenomen. Dat zijn kaarten een succes waren blijkt uit een advertentie in de Gazette (?) van 26-6-1705, waarin hij waarschuwt voor het namaken van zijn kaarten: ".... que l'on contrefait à Liège ses cartes à la Basette et autres sortes de France, qui se fabriquent chez lui, en y mettant son nom et ses marques....".

Een jaar later komt Jean te overlijden. Zijn weduwe zette de zaak met nogal wat schulden voort, die ze binnen 3 jaar zou moeten aflossen.


  >INDEX

ABRAHAM KANJEWILE         BOEK - EN PAPIERWINKEL

ADRES: Amsterdam, Lijnbaansgracht.

Periode: 1691-1720

Op 5-1-1691 werd hij Poorter in Amsterdam met als beroep papierverkoper.

Als speelkaartenmaker wordt hij vermeld, gelijk met Coeterier en Fouquet. In 1721 wordt een inventaris van zijn nalatenschap opgemaakt, waarin opgenomen ; een partij speelkaarten, 2 x 2 scharen "tot de kaartenmakerij behorende" en 3 bakken om de kaarten in te zetten. Verder veel soorten papier, waaronder 60 pakken bordpapier. 
Evenals voor vele andere speelkaartenmakers in die tijd was de handel in papier een belangrijke bron van inkomsten.


 

  >INDEX

WED. J. FOUQUET & ZONEN       BOEK-, PAPIER- EN SPEELKAARTENHANDEL EN DRUKKERIJ

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat bij de Heiligeweg, "in de Gekroonde Son".

Periode: 1707–1732.

Samen met haar zoons Pierre en Jonas zette weduwe Fouquet de zaak voort. In 1715 huurde de firma 2 zolders. Er mochten drie persen en een kachel worden geplaatst, De verhuurder zou een trap buitenom laten maken. De mensen in de drukkerij mochten geen tabak roken. Werd iemand  daarop of een ander wangedrag betrapt, dan zou de nieuwe huurder iedere keer 6 gulden betalen aan de Gereformeerde Diaconie. Eén dag per jaar mocht er niet worden gewerkt en om drie uur ’s middags moest de kachel worden gedoofd. De huur bedroeg 199 gulden per jaar. Zoon Pierre stierf in 1732.

 

 


  >INDEX

WED. J. FOUQUET & ZOON      BOEK-, PAPIER- EN SPEELKAARTENHANDEL EN DRUKKERIJ

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat bij de Heiligeweg, "In de Gekroonde Son".

Periode: 1732–1740.

Na het overlijden van zijn broer Pierre in 1732 bleef Jonas samen met zijn moeder het bedrijf voortzetten. De weduwe van Jonas Fouquet Sr. overleed in 1737. In 1739 werden kaarten verkocht aan de Deense koopman Jens Esmarcz uit Kopenhagen.


  >INDEX

WED. J. FOUQUET & ZOON & COMP.         BOEK-,PAPIER- EN SPEELKAARTENHANDEL EN DRUKKERIJ

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat bij de Heiligeweg, "In de Gekroonde Son".

Periode: 1740–1751.  

In 1738 werd de zwager van Jonas Fouquet jr. in de zaak opgenomen. In 1742 stond het bedrijf genoteerd als behorende tot een van de rijkste Amsterdamse winkeliers, met een inkomen van 8000 gulden. Jonas Fouquet jr. overleed in 1751.

NB.
De firma was de laatste in de reeks succesvolle Fouquet's. Veel was te danken aan de teloorgang van de Rouaanse speelkaartenindustrie, die gebukt ging onder hoge belastingen en exportbeperkingen, waardoor veel buitenlandse handel verloren ging. Vele vaklieden waren al in het begin van de 18de eeuw vertrokken naar het buitenland o.a. Amsterdam. De kwaliteit van de Hollandse kaarten zou beter zijn, zowel in uitvoering als in papier, maar duurder dan de mindere kwaliteit van de Rouaanse kaarten.
In Portugal ondervinden de Normandische kaartenmakers veel concurrentie vanuit Holland en ook de handel op Hamburg wordt bedreigd. Dit alles speelde zich af tussen 1715 en 1747, de periode van groei en bloei van de Fouquet's.


  >INDEX

JORDAN FOUQUET       BOEK- ,PAPIER-EN SPEELKAARTENHANDEL EN DRUKKERIJ

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat bij de Heiligeweg, "In de Gekroonde Son".

Periode: 1751–1807.

Na het overlijden van Jonas Fouquet jr. zette Jean Jordan de firma voort. Hij nam de zoon van zijn neef Pieter Fouquet in de zaak op. Jean Jordan overleed in 1790. Zijn weduwe zette tot haar dood in 1797 de zaak voort. Haar zoon Tobi Jordan behartigde nu de zaken. 

In 1798 protesteerde hij tegen de invoering van speelkaartenbelasting. Voor de uitvoerende instantie van deze belasting leverde het stempelen van de schoppenazen veel problemen op. Alleen al voor de fabrikant Jordan zouden meer dan 100.000 azen bedrukt zijn. "Men moest zich realiseren hoe moeilijk het is zo’n groot aantal binnen korte tijd te stempelen, te drogen, te glanzen en vele andere handelingen uit te voeren". De protesten hadden geen resultaat. In November 1802 komt Tobi, oud 54 jaar, ten gevolge van een beroerte te overlijden. Zijn zoon Jean Jordan nam voor korte tijd de zaak over.

J.S. van Esveldt-Holtrop was belast met de uitvoering van de speelkaartenbelasting. Daartoe had hij zijn pand in de Kalverstraat ter beschikking gesteld, alwaar de schoppenazen werden bedrukt met het belastingstempel. Het ging nogal eens fout: de azen gaven af, de kaarten trokken krom. Misdrukken en beschadigingen maakten Holtrop weinig populair bij de fabrikanten. In een spel, waarschijnlijk van Jordan, wordt op de azen de spot gedreven met Holtrop.

Al het geklaag schijnt succes te hebben. De belasting van 3 stuivers per spel werd voor speelkaartenmakers en verkopers verlaagd naar 2 stuivers. In 1805 lukte het Jordan hier nog 2 duiten van af te krijgen, echter van korte duur. Op 1 januari 1806 werd een nieuw belastingstelsel ingevoerd. 
1797 was het begin van de teloorgang van Fouquet en zijn opvolgers als speelkaartenmakers.

N.B. Op een lijst van in 1783-84 in Amsterdam gearriveerde goederen , wordt de leveringen van papier vermeld, bestemd voor Jordan Fouquet. In 9 leveringen totaal 461 balen, afkomstig uit Genua,Bremen, Bordeaux en Morlaix. Ook via andere havens zal het nodige papier zijn binnen gekomen, voor eigen gebruik of doorverkoop.


  >INDEX

JEAN JORDAN       SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam, Kalverstraat 97, "In de Gekroonde Son".

Periode: 1807-1818.  

In 1812 en 1814 adverteerde Jordan voor de verkoop van Franse en Spaanse kaarten en "Oud Hollandsche Kaarten". In 1813 zijn "Bij hem te bekomen fyne gefiligraneerde speelkaarten a 5 1/2 suiver". Uit statistieken van de Nederlandse Nijverheid (1816 N-Holland en Amsterdam) blijkt Jordan 20 werknemers te hebben. Loon 6 gulden per week. Vóór de Franse regering was het een zeer bloeiend bedrijf. Voorheen waren er ook meer leveringen naar alle landen, nu is er een te hoge impost op papier uit het buitenland. In 1818 verkocht hij het ruim honderd jaar oude familiebedrijf. Dat blijkt uit een advertentie in de Amsterdamsche Courant van 9 oktober 1818, waarin werd medegedeeld dat de  zaak is overgegaan op de firma van ondergetekende: Jordan & Comp.


   >INDEX

JORDAN & COMP.       SPEELKAARTENFABRIKANT

ADRES: Amsterdam, Kalverstraat 97.

Periode: 1818–1845.  

De firma Jean Jordan werd in 1818 overgenomen door Abraham Kemp. Er werken dan nog 10 arbeiders in de fabriek. Uit Statistieken van de Nederlandse Nijverheid (1819 Amsterdam) blijkt het slecht te gaan met het bedrijf. Veel export is weggevallen en er is veel concurrentie uit het buitenland, met name uit Hamburg, Leipzig, Lübeck en (Vlaams) Braband. Ook de belastingen op papier en speelkaarten geven "weinig commercie". Erg rendabel zal het bedrijf niet meer zijn geweest, want in de Amsterdamsche Courant van 6 september 1822 stond de volgende advertentie: "Uit de hand te koop, het materiaal van alle vaste en losse gereedschappen der Fabryk van speel- en andere kaarten, perscarton enz. enz. gecanteerd hebbende op de firma Jordan & Comp. en het huis erbij te huur of te koop". De verkoop ging waarschijnlijk niet door. Op het zelfde adres werden in 1840 nog speelkaarten aangeboden aan "Het Geëerde Publiek ". In het Algemeen Handelsblad van 31 Mei 1843 laat de firma weten "dat er zich een zeker persoon opdoet, die tot zijn eigen voordeel" bekent maakt dat de Fa.Jordan & Co stopt met de verkoop van o.a. SPEELKAARTEN en CARTONNEN , hetgeen de firma ontkent en "bevelen zich bij voortduring aan hunne Geëerde Begunstigers aan". De naam van de firma wordt nog vermeld op het adres in de Kalverstraat in het adresboek 1844/45.

* De landelijke statistieken van de Nederlandse Nijverheid (1819) vermelden een totaal van 31 speelkaartenfabrieken, waarvan 3 in Noord-Holland, de overige 28 uit de Zuidelijke Nederlanden: Brabant 3, Limburg 2, Luik 5, Oost-Vlaanderen 2, West-Vlaanderen 1, Henegouwen 2, Namen 10, Antwerpen 1 en Luxemburg 2.
* In de Nederlandsche Staatscourant van 21 Januari 1841 wordt het request van de firma vermeld, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen "het voorgesteld regt op den invoer van kaartpapier, bewerende : dat zij genoegzaam de eenige fabrikanten in speelkaarten zijnde, zich dagelijks belemmerd gevoelen door den belangrijken aanvoer van buiten's lands, alwaar men de speelkaarten goedkooper kan fabriceren. Het verhoogde regt slechts den sluikhandel zal bevorderen, dat zij geen inlandsch (papier) kunnen gebruiken, uit hoofde het niet die hoedanigheid bezit welke het buitenlandsche onderscheidt.....". 


>INDEX

JEAN JORDAN      SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam, Kerkstraat 137.

Periode: 1818–1825.

Jean Jordan, die zijn zaak in de Kalverstraat te koop aanbood en verkocht, heeft zich waarschijnlijk nog tot 1825 met kaartenhandel bezig gehouden. Zijn naam komt tot dat tijdstip in het adresboek voor.


-1-  -2-